Weet u waarom de cashewboom zo heet?

Cashewboom

De cashewboom, in het Latijn "Anacardium occidentale", behoort tot de familie van de pruikenboom (Anacardiaceae). Eigenlijk heet hij 'nierenboom': 'cashew' is afgeleid van het Portugese woord 'caju', wat 'nier' betekent. De noten van de boom zien er namelijk uit als een nieren. De bomen worden tussen 10 en 12 m hoog en groeien in een tropisch klimaat. De Portugezen ontdekten deze als eerste Europeanen in Brazilië. Naast de cashewnoten dragen ze ook cashewappels, die in Brazilië erg in trek zijn, maar bij ons vrij onbekend. Cashewappels kunnen met de schil gegeten worden. Ze smaken zoet, hun kleur varieert van geel tot rood. De cashewnoot groeit op de cashewappel en behoort tot de steenvruchten. Botanisch gezien is de cashewnoot het zaadje resp. de kern van de cashewappel. Rond de cashewnoot bevindt zich een 2 tot 3 mm dikke, houten dop, die slechts met enige moeite te kraken is.